Symptoombestrijding en Vrede

Gepubliceerd op 5 mei 2025 om 10:14

Symptoombestrijding

In systeemdenken is het belangrijk om archetypes te herkennen en er lessen uit te trekken. Eén van die archetypes is symptoombestrijding. Het is een archetype dat vaak voorkomt in organisaties en de samenleving en kan zeer zware consequenties tot gevolg hebben. Symptoombestrijding is vaak een goedbedoelde reactie op iets zichtbaar, maar zonder het systeem goed te begrijpen, waardoor je zaken niet oplost maar zelfs erger kunt maken. Zo zijn er ook de symptoombestrijders van de vredesbeweging.

Nu in West-Europa het besef groeit dat economische macht op zichzelf weinig betekent, en men telkens opnieuw vaststelt dat diplomatie zonder een stok achter de deur – in de vorm van een sterke militaire ruggengraat – geen kans maakt tegen regimes die substantiële militaire macht inzetten met minder vriendelijke bedoelingen, komt er stilaan weer meer aandacht voor defensie. Er worden mondjesmaat opnieuw middelen aan besteed.

Tegelijkertijd laat de zogenaamde vredesbeweging steeds vaker van zich horen. Dat zijn die goedbedoelende mensen die tegen wapens strijden, in de overtuiging dat wapens oorlog veroorzaken en aanleiding geven tot moorden. Ik begrijp hun bezorgdheden, maar ik ben het fundamenteel oneens met hun redenering. Zij zijn in mijn ogen de ultieme symptoombestrijders, en bereiken net het omgekeerde van wat ze willen. Niemand wil oorlog. Normale mensen willen geen medemensen doden. Dat geldt in het bijzonder voor militairen in reguliere legers, gestuurd door parlementaire democratieën. Hun bekommernis is net om oorlog te voorkomen, om het grondgebied en de vrijheden van burgers te beschermen, door goed voorbereid te zijn. Het is een wijsheid die al lang gekend is en vervat zit in de Romeinse spreuk: Si vis pacem, para bellum – wie vrede wil, bereidt zich voor op oorlog.

West-Europa heeft deze les genegeerd en is de redenering van de vredesbeweging gevolgd. De wapenwedloop van de jaren zeventig en tachtig – die uiteindelijk leidde tot de val van de Berlijnse Muur en een ongezien lange periode van vrede – werd omgezet in een zogenaamd vredesdividend. Sociale voorzieningen bloeiden. Maar dit dividend is intussen een vredeshypotheek geworden, en vandaag zelfs een vredesdeficit. Want helaas, we leven niet in een ideale wereld. Er bestaan regimes die enkel aan zichzelf denken, en macht willen uitbreiden ten koste van anderen.

Landen in Oost-Europa weten als geen ander hoe het voelt om onder een dictatuur te leven. Zij sloten zich daarom zo snel mogelijk aan bij de NAVO – tot nader order de enige échte vredesbeweging ter wereld. Dankzij die alliantie beleefde Europa een ongeziene periode van vrede en welvaart. De NAVO belichaamt precies waar de Romeinen het over hadden: vrede door paraatheid.

Maar dat was buiten de vredesbeweging gerekend, met haar credo van militaire afbouw. In mijn dertigjarige loopbaan bij de krijgsmacht heb ik niets anders meegemaakt dan het motto: doe meer met minder. In 1978, toen ik begon aan de Koninklijke Militaire School in Brussel, telde onze krijgsmacht zo’n 100.000 mensen. Er was luchtafweer in diverse vormen, tanks, artillerie – allemaal verdwenen. De luchtmacht had vier operationele vliegbasissen met elk twee smaldelen, in principe met 24 piloten en 36 toestellen per smaldeel. Dat waren heel wat wapens die juist tot vrede hebben geleid. De Mirages en F-104’s werden later vervangen door F-16’s – ooit waren het er zo’n 160. België besteedde toen meer dan 3% van het BBP aan defensie. Die investering – destijds de ‘aankoop van de eeuw’ – zorgde mee voor een halve eeuw vrede. En vrede is, in mijn ogen, van onschatbare waarde voor een democratie als de onze. Daarom koos ik ooit voor een loopbaan in de luchtmacht.

Wie denkt dat defensie duur is, moet eens een oorlog proberen. De Verenigde Staten hebben die les lang geleden geleerd. Alleen Japan was gek genoeg om hen rechtstreeks aan te vallen – omdat het wist dat op dat ogenblik de defensie van de Verenigde Staten zwak, onder-gefinancierd en niet voorbereid op een grootschalige oorlog was. Pearl Harbor heeft die vergissing aan het licht gebracht. De VS zijn het nooit vergeten.

In Europa was het niet anders. De machtsverhoudingen in de jaren dertig waren een giftige mix van schijnveiligheid, onderschatting en politieke verlamming. Frankrijk en het VK hadden op papier sterke legers, maar stonden in werkelijkheid mentaal, tactisch en technologisch achter op Nazi-Duitsland. Vandaag bevinden we ons opnieuw in een vergelijkbare situatie – maar nu met een agressief Russisch regime. Ook dat viel Polen binnen in 1939.

Twee factoren verklaren waarom we vandaag geen derde wereldoorlog meemaken: Oekraïne is niet onder de voet gelopen en heeft Rusland militair verzwakt, en de nucleaire paraplu van de NAVO biedt afschrikking. Zonder die twee elementen was er allang geen sprake meer van vrede.

De strijd van Oekraïne om een parlementaire democratie en fundamentele vrijheden te verdedigen, is ook onze strijd. Het verzet zich tegen een schijndemocratie die in werkelijkheid een dictatuur is – één die gericht is op het verwerven van gebied, het onderdrukken van volkeren en het plunderen van grondstoffen, inclusief het deporteren van kinderen om de macht in de toekomst veilig te stellen.

Wie helder nadenkt en de geschiedenis kent, herkent ongetwijfeld de parallellen met tachtig jaar geleden. Toen lokten slecht voorbereide legers en zwakke diplomatie grootschalige oorlogen uit. Het kostte immens veel wapens en zelfs het gebruik van het nucleaire wapen om die oorlog te beëindigen en vrede te herstellen. Een feit dat we niet mogen vergeten: het zijn net de nucleaire wapens die sindsdien een wereldoorlog hebben voorkomen.

Ik begrijp dat mensen er bang van zijn en ze weg willen. Maar het zijn de enige wapens in de geschiedenis die effectief oorlogen hebben verhinderd en enkel zijn ingezet om vrede te verkrijgen. Ze bewijzen dat meer wapens niet leiden tot meer oorlog, maar juist tot meer vrede. Wapens zijn gehoorzaam. Ze doen enkel wat mensen ermee doen. Niet wapens veroorzaken oorlog, maar mensen. En zolang er mensen zijn die niet tevreden zijn met wat ze hebben en het van anderen willen afpakken, zullen wapens nodig zijn – in handen van goed opgeleide, betrouwbare militairen – om onze parlementaire rechtsstaat te verdedigen.

Tegen wapens zijn, is een schoolvoorbeeld van symptoombestrijding. Wie symptomen bestrijdt in plaats van oorzaken, verspilt energie en middelen en bereikt het tegenovergestelde van wat hij wil. Wie naar de geschiedenis kijkt, ziet duidelijk wat de symptomen zijn, en wat de oorzaken. Zwakke regimes vallen ten prooi aan sterke. Wapens kunnen oorlog ontketenen, maar zijn onmisbaar om vrede te bewaren en economische macht om te zetten in diplomatie die werkt.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.